We laten de meest kwetsbaren niet achter, nooit.

Interview met Schepen Els Van den Broeck

Op het moment van dit interview, gaan de coronacijfers helaas weer de foute richting uit. Sinds 2020 staat onze samenleving meer dan ooit onder druk. Hoe gaat een lokaal bestuur daar mee om? We zochten het antwoord bij Els Van den Broeck, schepen voor Welzijn.

Intussen werden de bewoners van Herfstvreugde voor de 3e keer gevaccineerd. Brengt dat rust bij bewoners en medewerkers van het woonzorgcentrum?

Dat doet het zeker! We waren één van de woonzorgcentra die tijdens de eerste coronagolven niet met uitbraken werden geconfronteerd. Dat was op zich al een hele prestatie, maar vooral de verdienste van een zeer gemotiveerd team. Enkele maanden geleden konden ook wij er niet meer aan ontsnappen en kregen we te maken met een behoorlijk aantal besmettingen. Wie positief testte vertoonde gelukkig enkel milde symptomen. Het werd wel duidelijk dat de vaccins, die bij het begin van dit jaar werden gezet, in kracht afnamen. Daarom is de derde prik een opluchting en geeft deze meer zekerheid om de winter goed door te komen.

Er kwam toch wat commentaar op de maatregelen na de uitbraak?

Dat kan je wel zeggen! Ik heb  veel begrip voor het feit dat mensen hun familieleden willen zien en bezoeken. Maar de manier waarop bepaalde maatregelen werden aangevochten, getuigde spijtig genoeg van weinig respect voor het zorgpersoneel. Vrij snel konden de bewoners weer bezoek ontvangen en nu komt het er dus op aan om met z’n allen de voorzorgsmaatregelen te blijven volgen. Graag steek ik ook het team van Gildentuin, het ander woonzorgcentrum op ons grondgebied, een hart onder de riem voor alle moeilijke momenten waar ook zij mee te kampenkregen.

Ook buiten het woonzorgcentrum woedde het virus, daar was het toch ook alle hens aan dek?

We zagen dat op sommige momenten de besmettingscijfers in onze gemeente omhoog schoten en dat meerdere inwoners ook daadwerkelijk in het ziekenhuis moesten opgenomen worden. Maar ook wie niet getroffen was, werd geconfronteerd met heel wat belemmeringen van het normale leven. Mentaal was en is dit voor veel mensen – zowel jongeren als ouderen – een zware last om te dragen. Onze aandacht ging hierbij in eerste instantie uit naar de meest kwetsbaren in onze gemeente. Zo hebben we tijdens de eerste golven een grootschalige belronde opgezet waarbij we alle 75-plussers opbelden met de vraag hoe het met hen ging. We kregen heel wat positieve feedback dat deze telefoontjes ontzettend veel deugd deden.

Al dat bijkomend werk naar aanleiding van corona, daarvoor heb je toch heel wat capaciteit nodig.  Kon het gemeentepersoneel dit er zomaar bijnemen?

Eerlijk gezegd,  neen. Zelfs al bewonder ik hun tomeloze inzet, op een bepaald ogenblik is het teveel. Gelukkig kunnen we dan een beroep doen op onze vrijwilligers. Op elke oproep vanuit het vrijwilligersloket wordt steevast enthousiast gereageerd door mensen die zich belangeloos willen inzetten voor hun medeburgers. Dit versterkt mijn overtuiging dat we nog meer moeten inzetten op een buurtgerichte aanpak om de meest kwetsbaren maximaal te integreren.

Heb je die overtuiging al kunnen omzetten in concrete stappen?

We sloten een samenwerkingsovereenkomst met “Give a Day”, een online platform dat mensen met elkaar in contact brengt. Langs die weg kunnen er binnen een bepaalde wijk of buurt kleine hulpvragen worden gesteld en wordt de burenhulp gecoördineerd. Stel bijvoorbeeld dat Marie slecht te been is en wekelijks naar de kinesist enkele straten verder moet.  Via “Give a Day” komt ze in contact met een buur, die haar met haar rolstoel naar daar kan rijden.  Ook nuttig voor nieuwe inwoners die nog geen netwerk hebben in onze gemeente.  Deze online-toepassing helpt ook ons vrijwilligersloket om vrijwilligers met elkaar of met verenigingen in contact te brengen.  Denk aan een toneelvereniging die nog heel wat decorstukken moet beschilderen. Deze oproep wordt gelanceerd op het platform van “Give a Day” om zo een match te vinden met de juiste man of vrouw.  Ik doe langs deze weg een oproep naar al wie interesse heeft in vrijwilligerswerk, via www.londerzeel.be/vrijwilligers kan je alle informatie terugvinden.

Klinkt mooi, maar zullen onze ouderen wel gebruik maken van zo’n digitaal platform?

Onderschat onze senioren vooral niet! Velen onder hen kunnen heel goed mee met dergelijke nieuwe diensten. Toch zien we dat fysiek samenkomen voor hen wel heel belangrijk blijft. Dit stimuleert verbondenheid. Voor corona brachten we hen regelmatig samen via onze buurttafels en de campagne ‘blijven bewegen’. De pandemie strooide tijdelijk roet in het eten, maar intussen wordt er volop gewerkt aan de heropstart van ons dorpsrestaurant. De heropstart in januari zal nog niet mogelijk zijn omdat corona opnieuw roet in het eten gooit, maar hou de gemeentelijke website in het oog via http://www.londerzeel.be/dorpsrestaurant-de-buurttafel . Zo kom je snel te weten wanneer opnieuw lekkere maaltijden geserveerd worden.

Senioren zijn een uitgebreide en diverse groep. Hoe bent u zeker dat de gemeentelijke initiatieven wel degelijk tegemoet komen aan ieders behoeften?

Allicht zijn er nog noden die we over het hoofd zien. Daarom nam Londerzeel deel aan het ouderenbehoeftenonderzoek van de VUB. 50 vrijwillige enquêteurs – wat zouden we immers zijn zonder onze vrijwilligers (lacht) – zorgden ervoor dat we 403 ingevulde enquêtes konden aanleveren, genoeg om representatieve resultaten te bekomen. Ik heb de verwerkte resultaten al kunnen inkijken en zag meteen dat dit een schat aan informatie is om ons beleid nog beter af te stemmen op de behoeften en verwachtingen van onze senioren. Wat we nu al zeker weten, is dat er nog verbeterpunten zijn op vlak van toegankelijkheid in onze dorpskernen.  Daarmee gaan we onmiddellijk aan de slag. De komende weken worden de resultaten voorgesteld, waarna ze ook ter inzage zullen liggen in de bibliotheek en ook digitaal te raadplegen zullen zijn.

En hoe zit het met het andere eind van het spectrum: de jongste kinderen? Ook voor hen en hun ouders is er veel veranderd.

Inderdaad, de combinatie van thuis werken en kinderen opvangen, was niet altijd zo eenvoudig voor veel gezinnen. Maar ook in ‘normale tijden’ zitten veel ouders met heel wat vragen over de opvoeding van hun kroost.  Bij het begin van deze legislatuur haalden we subsidies binnen voor de opstart van een “Huis van het Kind” in Londerzeel. Aan dit voorlopig nog virtuele huis wordt nu permanent gewerkt zodat we ouders op alsmaar meer vlakken kunnen ondersteunen.

Wat opvalt in de wijze waarop je beleid voert, is dat je zoveel mogelijk op zoek gaat naar samenwerking. Zowel met en tussen mensen als met andere gemeenten of organisaties.

Er bestaat het gezegde “alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je verder”.  Voor mijn bevoegdheden geldt dit des te meer. Daarom ben ik ervan overtuigd dat intergemeentelijk overleg zal leiden tot meer en betere realisaties. Vaak zijn onze noden en die van buurgemeenten vrij gelijkaardig, waardoor we elkaar kunnen versterken en veel van elkaar kunnen leren.  Zo werd in volle coronapandemie intensief samengewerkt met de 4 andere gemeenten van onze eerstelijnszone, Kapelle-op-den-Bos, Meise, Grimbergen en Wemmel. We zijn ook een samenwerking aangegaan rond preventie. In eerste instantie werd onderzocht welke noden de gemeenten hebben op dit vlak. Momenteel worden een aantal daaruit komende projecten uitgewerkt, waarbij de nadruk o.a.. ligt op de geestelijke gezondheid bij jongeren. In het voorjaar van 2022 zal rond dit thema een leuk initiatief worden voorgesteld, maar ik laat dat nog even een verrassing zijn…

Samenwerken is echter niet altijd eenvoudig tussen mensen met verschillende achtergronden.  En ook in Londerzeel zie je de diversiteit  toenemen. Hoe ga je daar mee om?  

Een gemeente is een samenleving waar iedereen zich goed moet kunnen voelen: zowel wie er al lang woont als wie nieuw is, zowel jong als minder jong, zowel wie hier werd geboren als wie uit het buitenland naar hier is verhuisd. Om dit ‘samen leven’ te ondersteunen, hebben we een nieuwe dienst Samenleving opgestart. Via deze dienst zetten we in op het aanleren van onze taal. Wie de taal van zijn of haar leefomgeving spreekt, kan zich immers veel makkelijker integreren. Zo kon na lange tijd ons project ‘Babbeltafel’ opnieuw van start gaan. De inzet hier is op een laagdrempelige manier Nederlands oefenen met onze vrijwilligers. De heropstart kon meteen ook op heel wat bijval rekenen. Nieuw is dat nu ook kinderen welkom zijn op de babbeltafels van woensdag. Zij kunnen tijdens het oefenmoment van hun mama’s en papa’s deelnemen aan de Leesbus van onze bibliotheek. Een mooie samenwerking tussen twee diensten is dat. Een andere mooie samenwerking was de organisatie van de ‘Zomerschool’. Dankzij dit initiatief kregen een zestigtal leerlingen uit onze scholen de kans om ook in de vakantie de Nederlandse taal te blijven oefenen.  

Wat mogen we de komende maanden nog verwachten vanuit jouw bevoegdheden?

Nog heel wat. Nu het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijn) zich ook in Londerzeel heeft gevestigd, zien we al heel wat mogelijkheden voor een verregaande samenwerking. Intussen timmeren we verder aan integratie. Omdat afstand vaak een belemmering is om taallessen te volgen, willen we zoveel mogelijk lesniveaus Nederlands hier in Londerzeel organiseren. Tenslotte blijft de verdere uitbouw van onze vrijwilligerswerking een belangrijk speerpunt.

Dank je wel Els voor deze blik op een heel boeiend en relevant beleidsdomein. Elke dag kan je een verschil maken voor mensen, en dan vooral voor diegenen die het niet makkelijk hebben. We wensen je hierbij nog veel succes.