Bruisende verenigingen zijn het kloppend hart van onze gemeente

Interview met schepen Dimi Robbyns

We spreken af met schepen van vrije tijd, mobiliteit en feestelijkheden Dimi Robbyns aan de sportvelden op Schaselberg.  De ideale omkadering voor Dimi om honderduit te praten over de speerpunten van zijn beleid. En het moge duidelijk zijn dat corona daar weinig vat op had…

We zitten in de vierde coronagolf, maar voorlopig mag sport nog wel doorgaan terwijl bepaalde evenementen dat niet meer mogen. Hoe ga je daar als bevoegde schepen mee om?

Dimi (zuchtend): Als lokaal mandataris kan ik helaas ook alleen maar gedegouteerd zijn door de triestige politieke spelletjes tussen de Vlaamse en Federale regering. Waardoor niet steeds coherente maatregelen genomen worden, welke dan ook nog eens wekelijks veranderen. Onze gemeentelijke medewerkers mogen zich dan telkens dubbel plooien om dit toch uit te voeren. Ik kan alleen maar bewondering hebben voor hun flexibiliteit en tomeloze inzet.  

Vanuit het gemeentebestuur zijn we doorheen de nu al lange pandemieperiode blijven inzetten op initiatieven om vrije tijdsbeleving mogelijk te maken en lokale horeca – toch wel zwaar getroffen door de vele maatregelen – te blijven ondersteunen. Denk maar aan de “Lonnesielse Zomers en Winters” met allerlei coronaveilige evenementen. Telkens gestoeld op 3 pijlers: beleving, infrastructuur en communicatie. 

Vooral jongeren hebben het moeilijk in deze tijden met beperkingen op hun normaal sociaal leven. Kan je iets doen voor hen?   

Dimi: Belangrijk is dat de jeugd in onze gemeente plaatsen blijft hebben waar ze samen met vrienden kunnen ontspannen. Voor velen zijn dat sportclubs of jeugdverenigingen, maar ik wil ook de niet-verenigde jeugd bereiken. Als zij geen ontmoetingsplekken hebben, dan zoeken ze die zelf ergens op het openbaar domein, waardoor ze dan snel de naam van “hangjongeren” opgeplakt krijgen. Ik wil dan ook onze jeugdhuizen extra ondersteunen. ODT kijkt aan tegen een te hoge huurlast en Heidestip vindt zelfs geen huisvesting meer. Als gemeente hebben we alle vertrouwen in de vrijwilligers die hun schouders onder de werking van de jeugdhuizen willen zetten. Op korte termijn hebben we ODT een subsidie van 10.000€ uit het coronafonds gegeven om te overleven. Meer structureel hebben we besloten om samen met hen in een traject te stappen met ‘Formaat’, de overkoepelende federatie van jeugdhuizen.

Ik hoorde dat niet enkel het voortbestaan van jeugdhuizen twijfelachtig is, maar dat ook de Londerzeelse voetbalclubs het moeilijk hebben?

Dimi: Onze lokale voetbalclubs hebben een zeer lange en mooie geschiedenis. Maar zij bereiken hun limieten. Bijgestaan door een neutrale bemiddelaar heb ik dan gesprekken opgestart om de mogelijkheden van een intensieve samenwerking tussen FC Malderen, SK Steenhuffel, Delta Londerzeel en FC St. Jozef te onderzoeken. We zijn op zoek gegaan naar verschillende opties. Wel moet duidelijk zijn dat de financiële toestand van de gemeente ons niet toelaat om zomaar geld uit te delen. Wel willen we faciliteren om extra ruimte voor infrastructuur aan te snijden, zodat we in de toekomst vermijden dat clubs opnieuw zonder terrein vallen zoals nu bij SK Steenhuffel het geval is. Het eerste concrete resultaat van deze gesprekken is de fusie van Malderen en St. Jozef vanaf volgend seizoen. We blijven verder in overleg met alle clubs om te kijken wat nog meer nodig en haalbaar is.

Verenigingen en infrastructuur, da’s blijkbaar een weerkerend probleemgebied?

Dimi: We hebben een bruisend verenigingsleven, gaande van jeugdbewegingen, over culturele organisaties – denk aan toneel, dans en muziek – tot georganiseerde doelgroepen, vb. OKRA, Landelijke Gilden, maar ook kleinere hobbyclubs. De vorige besturen hebben in het verleden heel wat geld uitgedeeld, maar niet structureel geïnvesteerd in gemeentelijke accommodatie. De grotere verenigingen bezitten een eigen infrastructuur, maar voor de anderen is het behelpen. Daarom moeten we de komende jaren verder inzetten op de ontwikkeling van een heuse cultuursite op de terreinen van en rond onze muziekacademie. Zo geven we onze creatieve geesten een plaats van waaruit ze Londerzeel nog beter op de kaart kunnen zetten.

Naast vrije tijd, ben je ook bevoegd voor mobiliteit. Wat waren daar de focuspunten tijdens de afgelopen periode?

Dimi: Laat me beginnen met iets heel concreet, met name de Schoolstraat aan Virgo Sapiens. Het verkeer rond onze scholen is bij start en einde van de schooldag een heksenketel. Het aan- en afrijden van auto’s om kinderen op te pikken terwijl andere leerlingen in groten getale in- en uit de schoolpoort komen, zorgt voor verkeersoverlast en gevaarlijke situaties. Onderzoek elders wees ook uit dat de lucht rond scholen gezonder wordt als er een Schoolstraat is. Na een proefproject vorige schooljaar hebben we dit nu bestendigd. De diensten ruimtelijke ordening en openbaar domein maken nu plannen om dit structureel te verankeren.

Mogen we nog meer structurele maatregelen verwachten?

Dimi: De basis voor alles is een globaal mobiliteitsplan voor Londerzeel. We beseffen dat onze gemeente de komende jaren een grote mobiliteitstransitie zal ondergaan. Zo zal het oprittencomplex A12 ter hoogte van de Kerkhofstraat en de tramhalte ter hoogte van de Mechelsestraat in de toekomst nog meer verkeer naar de Londerzeelse wegen leiden. Het huidige mobiliteitsplan dateert al van 2006 en hield geen rekening met dergelijke evoluties. Als bestuur hebben we de richting al bepaald. De belangrijkste krachtlijnen zijn een voetgangersvriendelijk beleid, veilige fietsverbindingen en stimuleren van openbaar vervoer. Ook willen we het doorgaand verkeer scheiden van het lokaal verkeer. We ondersteunen onze handelaars door te zorgen dat parkings in de omgeving van de dorpskernen vlot bereikbaar zijn en verkeer dat er niet moet zijn er ook niet komt. We schakelden een studiebureau in om deze visie te concretiseren in een realistisch mobiliteitsplan.

Moeten we dan wachten op dat plan vooraleer de huidige verkeersproblemen zullen weggewerkt worden? 

Dimi: Een aantal probleempunten zijn nu al overduidelijk en daar willen we niet op wachten. Denk aan de Linde, waar we een parkeerverbod invoerden tijdens de spitsuren om de doorstroming te verbeteren. Of aan het plaatsen van verkeerskussens op de Heirbaan en bloembakken in de Watermolenstraat om overdreven snelheid te voorkomen. Ik besef wel dat het quasi onmogelijk is om goed te doen voor iedereen. Bewoners vragen om in hun straat verkeersremmende maatregelen te nemen om de veiligheid te verhogen. Maar wanneer anderen dan passeren, vinden ze het niet kunnen dat de vlotte doorstroom gehinderd wordt. Wij willen daarom, in samenspraak met de KLM-politiezone, inzetten op nieuwe technologische mogelijkheden om beide met elkaar te verzoenen. Mobiliteit en verkeersveiligheid kunnen hand in hand gaan.

Een mooie gedachte. Ik wens je veel succes met deze uitdagingen…   

Dimi: Graag wil ik tot slot nog iets toevoegen. Onze diensten hebben de afgelopen periode ook sterk werk geleverd op vlak van toerisme en daar zullen we in 2022 zeker de vruchten van plukken.

Ten eerste hebben we een convenant met Toerisme Vlaams-Brabant waardoor enerzijds Londerzeel ook ver buiten onze gemeentegrenzen gepromoot zal worden voor de Hop cultuur.  Anderzijds konden we de provincie overhalen om het project “witte goud”, dat zich nu vooral afspeelt in de streek rond Kampenhout, te verschuiven naar onze regio. Tenslotte wil ik ook al meegeven dat in de zomer van 2022 de nationale zoektocht van de Landelijke Gilden in Londerzeel zal plaatsvinden.  Allemaal initiatieven waarover we weldra meer zullen communiceren en die heel wat extra bezoekers naar onze mooie gemeente zullen brengen. En daar zullen horeca en handelaars zeker mee van profiteren, en dat is waarvoor we het uiteindelijk doen.