In het vogelopvangcentrum van Malderen kan je zieke of gekwetste wilde dieren binnenbrengen. Marc Van De Voorde en Franky Van Aken zorgen, samen met hun vrijwilligers, dat ze na hun revalidatie weer zo snel mogelijk in de natuur terechtkomen.
interview en foto’s: Lise Daes
Wat doen jullie eigenlijk bij vogelopvangcentrum Malderen?
Marc: We vangen wilde dieren die ziek of gekwetst zijn op. Geen honden en katten dus. Ons doel is altijd om de dieren zo snel mogelijk weer in de natuur vrij te laten. In ons opvangcentrum zal nooit een vogel blijven zitten. Eens ze weer gezond zijn, moeten ze de natuur in. Een vogel zijn vrijheid teruggeven, dat is het leukste aan wat we doen.
Een vogel zijn vrijheid teruggeven, hoe gaat dat in zijn werk?
Marc: Als iemand een vogel binnenbrengt, kijken we eerst wat er mis is. Dokter Mievis, de dierenarts waarmee we samenwerken, bekijkt eerst hoe hij eraan toe is en zegt ons hoe wij de verzorging van het dier kunnen verder zetten. Tot hij genezen is, gaat hij in een kleine kooi. Eens genezen, mag hij in een grotere kooi. Om fysiek sterker te worden gaat hij daarna naar een nog grotere kooi. Vogels zijn bij ons grootgebracht met de hand, dus moeten we ze in enkele stappen terug leren hoe ze hun voedsel kunnen pakken en dat doden om op te eten. Enkel zo kunnen ze in het wild overleven.
Hoe verloopt een dag in het vogelopvangcentum?
Marc: Eigenlijk hebben alle dagen ongeveer hetzelfde ritueel. We zijn open van 9 uur tot 12 uur ’s nachts. Om kwart voor 9 komen onze vrijwilligers toe, dan beginnen we samen met het kuisen van de kooien, voederen van de jonge vogels en vogels in de buitenkooien. Rond 11 uur drinken we samen een koffie en 10 minuten later gaan we weer aan het werk. Franky is een groot deel van de tijd met administratie bezig. We moeten ook ons ledentijdschrift maken en daarnaast zijn er altijd mensen onderweg om vogels op te halen. Ook onze kooien maken we zelf. We proberen zoveel mogelijk zelf te doen, dat is het goedkoopst.
Wat voor dieren krijgen jullie vaak binnen?
Marc: Dat is elk jaar anders. Deze zomer hebben we veel exotische vogels zoals parkieten en papegaaien binnengekregen. Die zijn vaak van mensen die ze laten vliegen omdat ze op vakantie vertrekken. Merels, die zien we nog weinig. Heel veel heeft ook te maken met de wereld rondom ons. Er zijn minder akkervogeltjes omdat de landbouw vandaag anders is en er nog weinig natuurlijke zaden zijn. Kauwen, die zijn er dan weer veel. Ze kunnen overleven op mais en dat staat tegenwoordig veel op het land. Zo komen ze de winter door.
Franky: Slangen en reptielen vangen we ook op. In het begin deden we dat niet, maar we voelden dat daar nood aan was. Er zijn weinig asielen die dat doen, daarom hebben we dat er nog bijgenomen. Ondertussen kennen we veel meer van reptielen. Als we toch nog vragen hebben, dan kunnen we altijd bij Planckendael terecht.
Marc: Dit jaar hebben we er tot nu toe 5.412 binnengekregen. Dat is al meer dan vorig jaar. In alle jaren dat we bezig zijn hebben we zo’n 73.633 dieren binnengekregen. Doordat we van 9 tot 12 uur ’s avonds open zijn, kunnen mensen veel dieren binnenbrengen.
Hoe kunnen jullie blijven bestaan?
We zijn 27% gesubsidieerd. Dat wil zeggen dat we de rest zelf moeten voorzien. Sinds 2015 dalen onze subsidies elk jaar sterk, terwijl het dierenaantal dat we opvangen blijft stijgen. Een jong egeltje grootbrengen, dat kost ons 25 euro. Dit jaar zijn er ongeveer 60 jonge egels binnengekomen. Onze kosten lopen op. Daarom organiseren we een eetfestijn, kersthappening, spaghettislag,… We maken zelf nestkastjes en zamelen inktpatronen in. We moeten dat allemaal doen, anders komen we er niet. We hebben ook geluk dat we een stuk grond van Georges Van De Vreken in bruikleen hebben. Daarnaast hebben we bijna 1.500 leden. Dat zijn mensen van Malderen tot Oostende. Zelfs in Frankrijk hebben we leden. Veel mensen die een dier binnenbrengen worden lid. Iemand die dierenvriend is, blijft dan ook lid. Natuurlijk werken we hier ook met een ongelooflijk sterk team vrijwilligers die ervoor zorgen dat het allemaal haalbaar blijft. Zonder hen zou dat allemaal niet lukken.
Met hoeveel vrijwilligers zijn jullie?
Franky: Dagelijks zijn we met een 6 tot 8 personen. Alles bij elkaar hebben we zo’n 60-tal vrijwilligers. We blijven altijd wel op zoek naar vrijwilligers. Hoe groter de groep, hoe leuker! Eigenlijk moet je daar niets voor kennen, we leren dat hier allemaal aan. Tussen de vrijwilligers hangt een familiale sfeer. We zorgen dat mensen zich hier thuis voelen.
Kunnen jongeren ook bij jullie terecht?
Marc: Ja, natuurlijk! We hebben ook een jeugdafdeling vanaf 14 jaar. Ze komen elke zaterdag van 9 tot 12 een handje toesteken. Onze jeugd helpt mee de kooien kuisen, vogels vrijlaten en jonge vogels eten geven. We proberen ze zoveel mogelijk aan te leren. Weet je wat echt leuk is? Onze jongeren van 30 jaar geleden, die komen nu soms op bezoek met hun eigen kinderen. Fantastisch!

Waarom vinden jullie het zo belangrijk om dit te doen?
Marc: Om iets terug te doen voor de natuur. De meeste dieren die wij binnenkrijgen, zijn gewond door toedoen van de mens. Vaak zijn ze tegen een raam, hoogspanning of auto gevlogen. Wij proberen dat een beetje recht te zetten.
“Mensen die een dier vinden, zetten dat best in een kartonnen doos zonder voedsel of drinken en brengen dat zo snel mogelijk naar ons.”
Kunnen jullie eigenlijk op vakantie gaan?
Marc: Wij halen zoveel plezier uit onze vogels dat wij niet vaak weg willen.De laatste jaren lukt het al eens om op vakantie te gaan. We hebben een aantal fantastische vrijwilligers die dan voor ons inspringen. Maar ook op vakantie hebben we altijd alle dieren en vogels gezien.
Merken jullie een evolutie in de dierenzorg?
Marc: Vroeger wisten ze van veel vogels niet goed wat ze aten en hoe we ze in leven konden houden. Nu doen ze veel meer onderzoeken en weten we bijvoorbeeld perfect hoe we moedermelk moeten samenstellen. Zo krijgen we dieren makkelijker groot. 10 jaar geleden was dat veel moeilijker. Met de kennis die er vandaag is, gaat dat vlot.
Franky: Daarnaast is er ook de evolutie bij de mensen. We gaan steeds verder weg van de natuur. Als we schoolgroepen uit steden krijgen, dan staan sommigen ervan versteld dat een ei uit een kip komt en niet gewoon uit de winkel. Die kinderen kunnen we dan iets bijbrengen, dat is het leuke daaraan. Dit jaar kregen we al zo’n 80 groepen op bezoek. We proberen dan ook altijd een vogel te laten vliegen, anders lijkt het alsof ze naar de dierentuin komen. Onze bedoeling is net dat dieren hier niet blijven, maar altijd in de natuur worden vrijgelaten.
Wat willen jullie in de toekomst graag nog bereiken?
Franky: We gaan proberen om landschildpadden te repatriëren naar Griekenland. Dat is niet simpel omdat er vergunningen voor nodig zijn. We willen ook 100% zeker zijn dat ze terug in de natuur terechtkomen.
Hebben jullie advies voor mensen die een dier vinden?
Franky: Mensen die een dier vinden, zetten dat best in een kartonnen doos zonder voedsel of drinken en brengen dat zo snel mogelijk naar ons.
Marc: Mensen die een dier vinden, proberen dat vaak eerst zelf te voederen. Daarna komt het pas bij ons terecht. Als het dan verkeerde voeding heeft gekregen, kunnen wij er nog weinig aan doen. We beseffen dat het goedbedoeld is, maar soms maakt dat het verschil tussen een dier nog kunnen redden of niet.
Wat is het mooiste aan wat jullie doen?
Een dier vrijlaten, zonder twijfel. Een levend wezen de vrijheid teruggeven, dat is echt fantastisch!

Lid worden van VOC?
Stort 10 euro op BE31 7510 0320 2555 met de mededeling ‘Lidmaatschap VOC Malderen’ Als lid ontvang je vier keer per jaar het ledenblad.
Vrijwilliger worden bij VOC?
Spring zeker eens binnen bij het VOC, Boeksheide 51, 1840 Malderen.